Warrior Elien M.

“Ik was 15 jaar en volop aan het genieten van het leven. Ik ging met veel plezier naar school en in mijn vrije tijd deed ik aan atletiek. Ik had al even last van mijn linkeroog dat traande, maar in eerste instantie dacht ik dat dat gewoon aan de kou lag. Tot mensen op school me aanspraken en zeiden dat er iets raars was met mijn gezicht. Ik ging naar de huisarts en die maakte zich toch wat zorgen.

Ik werd doorverwezen naar een specialist en ze deden verschillende onderzoeken. Toen ik terugging voor de uitslag kwam ik bij een collega van mijn neurologe terecht. Die begon direct te praten over behandelingen voor kanker. Blijkbaar had ik een hersentumor, en door een misverstand in de communicatie ging de dokter ervan uit dat ik dit al wist. De wereld leek even stil te staan.”

“Ik besefte niet goed wat er aan de hand was. Eigenlijk wou ik vooral terug naar school gaan en samen met mijn vrienden zijn. Ik wou gewoon verder gaan met mijn leven. Maar de dokter schreef mij een briefje om een paar dagen thuis te blijven om het nieuws te verwerken. Na het weekend moest ik bij de neurochirurg op controle. Die wilde mij meteen opnemen en opereren, terug naar school gaan was er dus niet meer bij. Na een biopsie met enkele complicaties kwam dan het verlossende nieuws. De tumor was gelukkig goedaardig.

Voor de behandeling werd er gekozen voor radiotherapie. De behandeling was zwaar en ik kon tijdens de therapie ook niet naar school. Hoewel ik het zeker kon appreciëren dat de leerkrachten de moeite deden om bij mij thuis les te komen geven, was het toch heel anders dan naar school gaan. Het is nu eenmaal niet hetzelfde om privéles te krijgen als samen met je vrienden in de klas te zitten. De radiotherapie had echter niet het gewenste effect. De tumor was niet gekrompen of verdwenen, ze was nog steeds even groot. Er werd besloten om verder geen actie te ondernemen, omdat het om een goedaardig gezwel ging en alle mogelijke behandelingen ernstige bijwerkingen kunnen hebben. Maar er was ook goed nieuws. De dokter zei dat ik weer halve dagen naar school mocht gaan. Ik heb dat advies genegeerd en ben meteen volledige dagen gegaan.

Ik ben ervan geschrokken hoe kanker je laat zien wie je echte vrienden zijn. Er zijn vrienden die mij als een baksteen hebben laten vallen, terwijl ik net heel veel steun gehad heb van mensen uit onverwachte hoek. Op school werd ik anders behandeld, mensen deden afstandelijk en ik kon het commentaar achter mijn rug horen: ‘Dat is het meisje met die hersentumor.’ Maar ik kreeg ook veel steun. Elke vorm van steun is voor mij goede steun. Van mijn trainingsgroep van de atletiek kreeg ik een kalender waarbij ik de dagen van de behandeling kon aftellen. Ik heb alles bewaard wat ik kreeg van vrienden en familie, omdat elke vorm van steun mij geholpen heeft.

Mijn kijk op het leven is veranderd. Ik hoor wel eens van mensen dat ik volwassener in het leven sta dan mijn leeftijdsgenoten, of dat ik meer foto’s neem dan anderen. Misschien is dat omdat ik herinneringen wil blijven koesteren. Ik moet regelmatig op controle. Als de tumor toch groeit, zullen ze alsnog moeten opereren, en dan kan er zoveel misgaan. Maar de onzekerheid bepaalt mijn leven niet. Ik ben mijn dromen blijven nastreven. Mijn droom was om Belgisch kampioen te worden, en in 2012, vier jaar na mijn diagnose is dat ook gelukt. Ondanks mijn concentratiestoornissen ben ik blijven studeren en ondertussen ben ik leerkracht mode. Als ik iets wil meegeven aan mensen met kanker, en eigenlijk aan iedereen, is het om je dromen niet op te geven.”

If you can dream it, you can do it!